Can (ability)
Can kan je gebruiken om aan te geven of je iets kan (=ability). Bijvoorbeeld als je wilt zeggen dat je goed kan zingen zeg je
I can sing
Als je wilt vragen of iemand goed kan zingen dan verplaats je can naar het begin van de zin dus:
Can you sing?
Als je wilt zeggen dat je niet kan zingen dan komt er een vorm van not in de zin. Dit samen met can wordt can't.
No, I can't (sing)
Oefen eens met de volgende opgaven
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 4 - new
Oefening 5 - new
Oefening 6 - new
I can sing
Als je wilt vragen of iemand goed kan zingen dan verplaats je can naar het begin van de zin dus:
Can you sing?
Als je wilt zeggen dat je niet kan zingen dan komt er een vorm van not in de zin. Dit samen met can wordt can't.
No, I can't (sing)
Oefen eens met de volgende opgaven
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 4 - new
Oefening 5 - new
Oefening 6 - new